Spring naar de inhoud

Parasieten

Vlooien en teken zijn de twee meest voorkomende uitwendige parasieten bij honden en katten. Hoe herken je ze, en wat moet je doen als je er één opmerkt bij je dier? We leggen het graag voor je uit.

Vlooien zijn kleine, bruinzwarte insecten die zich voeden met het bloed van honden en katten. Ze springen op hun gastheer, zuigen bloed en veroorzaken zo jeuk en huidirritatie. Sommige soorten kunnen ook ziekten overdragen.

Wat veel mensen niet weten: vlooien leven niet permanent op je huisdier, maar vooral in je huis. Zodra ze zich volgezogen hebben met bloed, laten ze zich vallen op de grond, in manden, tapijten, kussens, enzovoort.

Er zijn twee soorten vlooien die zowel bij honden als katten voorkomen: mannetjes en vrouwtjes. De vrouwtjes zijn het grootst en leggen tot wel 50 eitjes per dag tijdens de eerste drie weken van hun volwassen leven.

Die eitjes vallen uit de vacht op de vloer, het tapijt of het beddengoed. Na 2 tot 4 dagen komen daar larven uit, die zich verstoppen in donkere hoekjes en kieren. Na enkele weken verpoppen ze, en in die cocon kunnen ze tot anderhalf jaar overleven. Trillingen, warmte of ademhaling wekken ze weer tot leven – en dan begint de cyclus opnieuw.

In de zomer kan één vlo binnen een maand voor 180 nieuwe vlooien zorgen, plus talloze larven en poppen.

Vlooien kunnen niet op mensen leven, maar ze kunnen ons wél bijten. Bovendien kunnen wij eitjes verspreiden via onze handen of kleren. Zelfs huisdieren die nooit buiten komen, kunnen dus vlooien krijgen.

Vlooien zijn vooral een probleem in de zomermaanden of na een vakantie. Voorkomen is beter dan genezen!

  • Stofzuig dagelijks, zeker op slaapplaatsen en in manden.
  • Verwijder de stofzuigzak of plak de zuigmond af na gebruik, zodat de vlooien niet ontsnappen.
  • Gebruik speciale sprays, maar nooit rechtstreeks op je dier – lees altijd de gebruiksaanwijzing!
  • Behandel je dier met de juiste middelen, verkrijgbaar bij de dierenarts, apotheek of dierenspeciaalzaak.
  • Controleer regelmatig, vooral bij klachten of jeuk.
  • Bij een plaag: behandel zowel het dier als de volledige omgeving. Raadpleeg je dierenarts bij ernstige overlast.

OPGELET: omgevingsspray mag men niet op het dier zelf gebruiken, lees aandachtig de gebruiksaanwijzing.

Teken zijn eveneens bloedzuigende parasieten. Ze bijten zich vast in de huid van je dier, meestal op de kop, nek of rug. Tijdens het zuigen zwelt hun achterlijf op tot de grootte van een erwt of meer.

Teken leggen hun eieren in de natuur – in gras, struiken of kreupelhout – vaak met duizenden tegelijk.

Een tekenbeet kan hevige reacties veroorzaken en soms zelfs ziekten overbrengen, zoals de ziekte van Lyme.

Als je een teek op je dier ontdekt, verwijder die dan zo snel mogelijk. Hoe langer de teek vastzit, hoe groter de kans op ziekteoverdracht.

Zo doe je dat veilig:

  • Gebruik een speciale tekentang.
  • Draai de teek voorzichtig los, met de klok mee, zonder te trekken.
  • Pak de teek zo dicht mogelijk bij de huid vast, zodat je ook de kop verwijdert.
  • Verbranden of pletten om de teek volledig te vernietigen.
  • Ontsmet de beetwonde grondig.

Let op: Gebruik nooit alcohol, olie, zeep of andere middelen vóór het verwijderen. Deze irriteren de teek en vergroten het risico op ziekte-overdracht.

Naast vlooien en teken kunnen honden ook last krijgen van andere uitwendige parasieten zoals luizen en mijten. Luizen veroorzaken vooral jeuk en huidirritatie, terwijl mijten – zoals schurftmijten of oormijten – ernstige jeuk, haaruitval en huidproblemen kunnen veroorzaken. Daarnaast komen ook inwendige parasieten zoals spoelwormen, lintwormen en haakwormen vaak voor. Regelmatige controle, correcte verzorging en tijdige behandeling zijn cruciaal om je hond gezond en comfortabel te houden.